SV | Die het geld liefheeft, wordt van het geld niet zat; en wie den overvloed liefheeft, wordt van het inkomen niet [zat]. Dit is ook ijdelheid. |
WLC | אֹהֵ֥ב כֶּ֙סֶף֙ לֹא־יִשְׂבַּ֣ע כֶּ֔סֶף וּמִֽי־אֹהֵ֥ב בֶּהָמֹ֖ון לֹ֣א תְבוּאָ֑ה גַּם־זֶ֖ה הָֽבֶל׃ |
Trans. | ’ōhēḇ kesef lō’-yiśəba‘ kesef ûmî-’ōhēḇ behāmwōn lō’ ṯəḇû’â gam-zeh hāḇel: |
Die het geld liefheeft, wordt van het geld niet zat; en wie den overvloed liefheeft, wordt van het inkomen niet [zat]. Dit is ook ijdelheid.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Die het geld liefheeft, wordt van het geld niet zat; en wie den overvloed liefheeft, wordt van het inkomen niet [zat]. Dit is ook ijdelheid.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!